Wat verandert er per 1 januari 2023?
Het minimumloon stijgt op 1 januari met 10 procent. Uitkeringen stijgen mee. Ook bij de AOW-, de WW-, ZW- en WIA-uitkeringen komt 10 procent bovenop. Mensen bij wie beslag is gelegd op het inkomen vanwege schulden, zouden daar maandelijks weinig van merken omdat het extra inkomen direct naar de schuldeisers gaat. Door een herberekening van de beslagvrije voet aan te vragen kan dit voorkomen worden. Dat moet diegene wel zelf doen. Ook de zorg- en huurtoeslag zijn voor 2023 extra verhoogd om mensen te ondersteunen bij de gestegen kosten. De zorgtoeslag kan in 2023 oplopen tot maximaal 154 euro voor alleenstaanden. Het maximale bedrag was in 2022 111 euro. Ook de kinderopvangtoeslag is nog een beetje extra verhoogd om de hogere kinderopvangtarieven te compenseren. Het maximaal vergoede uurtarief komt nu op 9,12 euro. ook de kindertoeslag gaat iets omhoog.
Voor het eerst in jaren gaan de pensioenen omhoog. Ambtenarenfonds ABP, het grootste fonds van ons land, verhoogt de pensioenuitkeringen met 12 procent. Ook onder andere zorgfonds PFZW en metaalfonds PME komen met verhogingen, van ongeveer 6 procent.
De zorgpremies stijgen gemiddeld met zo'n 10 euro per maand. Daarnaast vervalt per 1 januari ook de collectiviteitskorting op de basisverzekering. Het vermogen waar je geen belasting over hoeft te betalen, wordt verhoogd naar 57.000 euro (in 2022 was dit 50.650 euro). De inkomensbelasting voor de eerste schijf wordt een klein beetje verlaagd: 37,07 procent naar 36,93 procent. Tegelijkertijd gaat de arbeidskorting omhoog.
Verder verdwijnt de zogeheten jubelton. De belastingvrije en eenmalige schenking van ruim 106.000 euro komt daarmee te vervallen. Volgend jaar is een overgangsjaar en is de eenmalige vrijgestelde schenking voor een woning vastgesteld op maximaal 28.947 euro. De jaarlijkse vrijgestelde schenking is volgend jaar 6.035 euro (voor ouders aan kinderen) of 2.418 euro voor anderen.